Huilen

Posted: 8th juli 2014 by Inger van Nes in Observaties
Tags: , , , ,

havenstraatMet buikpijn stap ik vanavond op de fiets.
Niet vanwege de een of andere halve voetbalfinale, maar omdat ik naar de Vluchthaven ga.

Ik  ben er al maanden niet geweest. En daar ben ik nou bepaald niet trots op.
Wel hoor ik van Karim, mijn daklozenkrantverkoper, bijna iedere dag hoe het daar gaat.

“Er is spanning”, zegt hij. “Spanning omdat we niet weten waar we overmorgen slapen.
Of de gemeente nog iets voor ons gaat doen. Of de krakers. Of jij, misschien?”

Ik heb niets gedaan het afgelopen jaar. Een jaar geleden bij de Vluchtkerk stond ik voor het laatst de pers te woord.
Iedereen stond met zijn of haar matras en tassen buiten en ik wist niet waar ze heen konden gaan.

Die buikpijn. Die buikpijn heb ik vanavond ook. De spanning van het niet weten. De boosheid dat degenen die daadwerkelijk verantwoordelijk zijn – de overheid – niets doen. De buikpijn van mijn eigen schaamte en schuld.

Morgen moeten 159 mensen daar weg. Ze moeten de illegaliteit in en anders komt de vreemdelingenpolitie om hen vast te zetten. Deze pilot van de gemeente zou zijn ‘mislukt’ omdat niet iedereen terug is gekeerd naar hun land van herkomst.

Volgens vluchtelingenwerk kunnen er van die groep ongeveer twintig daadwerkelijk terug naar hun land van herkomst. Twaalf van deze groep zijn ook daadwerkelijk vertrokken. Twintig zijn twijfelgevallen van wie dus nog moet worden uitgezocht of ze wel of niet terug kunnen keren. Van ongeveer tachtig gevallen is het op dit moment haast onmogelijk om iets over de situatie te zeggen. Hun dossiers zijn niet compleet, belangrijke documenten ontbreken, het land van herkomst weigert ze toe te laten of deze mensen zijn ziek. […] Bij ongeveer 40 vluchtelingen uit de groep, een kwart van het totale aantal – oorspronkelijk dus uitgeprocedeerd! – is gebleken dat ze inderdaad met grote waarschijnlijkheid recht hebben op een verblijfsvergunning.” – Tinkebell, Trouw 

Onze burgemeester is teleurgesteld in zijn vrienden’, om het feit dat het grotendeel van deze groep nog altijd hier is.
Verdere hulp komt er vanuit de overheid voor deze groep niet. Alleen voor degene uit deze groep die zo ziek zijn, dat ze alleen nog maar kunnen liggen in een bed. Blijkbaar is er toch ergens nog een grens van menselijkheid in deze stad:
die van bedlegerige vluchtelingen op de stoep zetten en ze maar laten uitzoeken hoe ze aan eten of onderdak komen.
Maar ook dat is een farce. Want dat de Vluchtgarage precies dezelfde (en nog veel ziekere) mensen herbergt en de Diaconie ook, dat doet er niet toe, die mensen bestaan gewoon niet.

Ik kom om 22.00 aan bij de Vluchthaven. Ik zie mijn vrienden uit de Vluchtkerk, die nog altijd betrokken zijn.
De beveiliger vraagt om mijn ID. Ik pak mijn portemonnee uit mijn tas en vind mijn rijbewijs niet.

Ik kijk nog een keer, en nog een keer, en ik vind mijn ID niet.
“Dan kan ik u niet binnenlaten.” Ik kijk hem aan. “Echt?”

“Hier”, zeg ik, “mijn bankpas. Mijn OV-jaarkaart, mijn Cineville pas.” Ik laat hem een foto van mijn paspoort zien.
“Dat zijn geen geldige documenten. Weet u dat u nu ook strafbaar bent? U bent verplicht om altijd een ID bij u te hebben.”

Ik weet dat. Ik heb normaal ook altijd mijn rijbewijs bij me. Maar vanavond ben ik hem kwijt.
En dan begin ik te huilen. In het hermetisch afgesloten portaal tussen mijn buitenwereld en hun binnenwereld.

Ik huil omdat ik niet naar binnen mag met mijn vrienden. Omdat ik me schaam. Omdat dat is wat ik doe als ik boos ben.
Zelfs vanavond bezoek ik hen dus niet en eet ik niet met hen. Op weer een laatste avond op een plek die even veilig leek.

Morgen staan zij op straat. Ik fiets huilend naar huis. Morgen staan zij op straat.

En morgen… Morgen kijken wij voetbal en dan juichen of huilen we voor Oranje.

  1. shivatje Bruno schreef:

    Soms kan het leven hard zijn en moet je met leed de toekomst bekijken.
    En toch kan je er niets aan doen, dan moet je naar jezelf respect tonen en zeggen wat ik gedaan heb en kunnen doen heb is toch mooi.