Lieve Kracht, zei Energie, je put me uit.
Je ideeën en je bevlogenheid – ze zijn als een vuur dat mensen aantrekt,
om zich bij te warmen, als een licht in de duisternis.
Mensen bewonderen je, jouw vlammen stralen op hen af.
Maar als je niet oppast dan brandt alles af, ook de mensen om je heen.

Dank je, zei Kracht. De mensen vragen ook om mijn ideeën en om licht.
Als ik het ben die dat voor ze kan doen, dan moet ik branden – tot ik niets meer te geven heb.
En dan, vroeg Energie voorzichtig verder, wat doe je als je alles op hebt gebrand?
Vervliegen je vurige ideeën dan niet, als rook over het weiland?

Niet als jij me leert hoe ik langer branden kan, mijn voorraad te vergroten.
– Kracht had altijd wel een antwoord klaar, en legde zijn armen over elkaar –
Je zegt dat ik je uitput. Nou, ik wil best luisteren hoor.
Vertel me dan ook wat ik nog meer kan doen, hoe kan ik verbeteren?

Dat weet ik niet, zei Energie. Alles wat uit jou alleen komt, is eindig.
Daar kan ik met al mijn energie niets aan veranderen.
Maar ik kan toch nieuwe bomen gaan zoeken, zei Kracht, drijfhout uit de rivier halen?
En hoe ga je dat doen, vroeg Energie, als je tegelijk de kooltjes wilt laten doorbranden?

Energie ging er bij staan. Besef je wel, dat je vuur ook nog uitgeblazen kan worden door de wind,
een regenbui kan neerdalen en dat de zon ook mensen verwarmt?
Kracht zuchtte. Het is ook niet makkelijk hoor, om alles goed te doen.
Soms maak ik me zo kwaad en zoveel zorgen, dat rusten niet meer kan.

Ik rust vaak, zei Energie. Ik ben als de seizoenen, de natuur.
Soms bloei ik uitbundig en soms lijk ik bijna verdwenen, doodgegaan.
Mij moet je gewoon wat tijd geven, dan kom ik altijd weer terug.
Nooit hetzelfde en niet te voorspellen, maar je kan me wel vertrouwen.

Waar haal je die kracht dan vandaan? Kracht keek vertwijfeld naar Energie.
Dat is heel simpel, lieve Kracht: ik leef met alles om me heen, niet alleen.
Ik leef van de zon, van de regen en mensen die goed voor me zorgen.
Ik geef alleen maar door, het komt niet uit mezelf.

Kijk Kracht, jij wilt altijd de sterkste zijn. Jij wilt jezelf laten zien, alles wat je in je hebt.
Maar vergis je niet. Vuur verlicht, ruimt op en vernietigt tegelijk.
Zij verbrandt niet alleen zichzelf, maar ook anderen daar om heen.
Soms herstelbaar, soms ook niet.

Maar ik wil niet opbranden…
Kracht ging zitten en deed zijn schoenen uit.
Kan ik het dan echt niet, op eigen kracht alleen?
Energie werd even stil.
Maar wil je het dan echt niet, met anderen om je heen?

  1. Wolfert schreef:

    Mooie spiegel!

  2. marlies schreef:

    mooie tekst!

  3. Anton Verweij schreef:

    Het blijft een eeuwig wonder als de kracht zich zou laten voeden door energie, die ook weer gevoed wordt door een eeuwige bron. Vaak wordt de connectie die nodig is pas ontdekt als het te laat is, als de kracht is uitgeput.

  4. Rik Bennik schreef:

    Mooi geschreven, komt daardoor heel dichtbij.
    Hoop dat ik meer en meer zal leren zelf niet altijd de sterkste te willen/hoeven zijn.

    Ik zal je artikel uitprinten en op een centrale plek leggen om regelmatig hieraan herinnerd te worden.

    Bedankt voor je stukje…

  5. Femke schreef:

    Die laatste drie regels raakten mij en blijven in mijn hoofd spelen. Helaas zeer herkenbaar thema. Ga door met schrijven!