Locatie: Schiphol. Schiphol-Oost.
Tijd: zondag, 14.10 tot 15.10.
Weer: De zon schijnt. Ik voel haar niet.

Ik sta met 41 mensen te kijken naar een hek. Op dat hek staat een tekst. Daarachter staat nog een hek. Met prikkeldraad, dat twee kanten opwerkt.

We kijken naar een gebouw met golfplaten. Naar de schaduwen van mensen voor de kleine ramen en op de binnenplaats.

De sfeer is ernstig, stil ook. De vliegtuigen maken dat we nog stiller worden. We hebben een plek opgezocht van onrecht. Een plek waar ik niets van wist.

Ik wist niet dat hier twee jongens afgelopen week een zelfmoordpoging hebben gedaan. Ik wist niet dat zij vervolgens in een isoleercel met camerabewaking zijn gestopt. Ik wist niet dat de tegels achter het hek niet in Nederland liggen. Niet onder Nederlandse wetten vallen.

We zijn stil. Ik bid: God…. God…. Ik heb mijn God geen idee hoe ik woorden moet geven aan wat ik voel.

We zeggen: Heer vergeef ons, we weten niet wat we doen. Vergeef ons dat we mensen het stempel illegaal geven. Vergeef ons voor ons gebrek aan naastenliefde. Vergeef ons voor het beleid wat onze regering voert. Vergeef ons voor het niet zorgen voor vreemdelingen.

Een bewaker blijft staan. Hij kijkt naar ons vanaf het parkeerterrein. Hoort ons smeken om vergeving.

Zijn wij schuldig in zijn ogen? Ik ben niet de regering. Ik ben geen bewaker. Ik ben een twintiger die op een zondagmiddag het lot van anderen denkt aan te trekken. Die aangeraakt wil worden door het lijden van de wereld. Die hoopt op deze manier haar eigen zorgen als onbelangrijk te ervaren.

Wil ik hier niet eerder mijn onschuld bewijzen dan mijn schuld?

De mensen die hier sinds 1993 bij elkaar komen zijn in elk geval blij met de aanwezige twintigers. Ze spreken voorzichtig de hoop uit dat we blijven komen. Dat meer jonge mensen geïnteresseerd zijn. Willen waken.

Ik wil niet waken. Ik wil iets doen. Ik weet alleen niet wat. Ik denk dat ik niets kan. Dat niets wat ik doe een verschil gaat maken voor de schaduwen achter het hek. Dat niemand er iets aan heeft dat ik nu weet dat een vrouw uit Egypte hier opgesloten zit.

Ik voel me machteloos. Ik vertrek in een auto en doe niets. Dáár voel ik me schuldig over.

  1. Riekje schreef:

    Je stond er mede namens mij. Hoe kan het toch dat we hierbij een gevoel van machteloosheid hebben? Wij leven notabene in een democratisch land, we gaan prat op onze hoge morele standaards in onze rechtsstaat. Waarom kunnen we dan deze wantoestand NIET veranderen? Wie of wat is daar dan voor nodig?

  2. acwvisie schreef:

    Heel rake getuigenis. Mensen die uit wanhoop naar hier komen, worden hier ook nog eens als regelrechte criminelen behandeld, of het nu in Nederland of in België is. Treffend in beeld gebracht in de Belgische film Illégal. Lees de recensie op http://acwvisie.wordpress.com/2010/09/30/film-illegal/

  3. […] vrouw kijkt me fel aan. Ik ben even stil. ’Het spijt me,’ zeg ik. ‘Ik weet verder niets van […]

  4. Nikolas schreef:

    What a nice posting thanks for your posting.