Lief Nederland,
Je hebt me gered. Zonder jou zat ik hier nu niet. Huilend achter mijn computer.
Maar ik snap je niet.
Ik ben opgevoed om zuinig te zijn en altijd te sparen. Dat heb ik ook gedaan.
Ik heb geleerd dat ik mij moest verzekeren, ‘omdat je nooit weet wat je een ander ooit nog aan kan doen’.
Dat heb ik ook gedaan.
En nu?
Nu voel ik mij eenzaam. Ik ken niemand met twee advocaten. Ik ken niemand met hersenletsel.
Ik ken de rechtsgang niet. Ik weet niet wat er de komende drie jaar daarin met mij en mijn geliefden gaat gebeuren.
Maar we moeten. Daarvoor is zij verzekerd. En ik niet.
De taal van advocaten is mij nieuw. Hard tegen hard.
Ik probeer te begrijpen dat dit niet iets zegt over de mensen die hun vak uitvoeren, maar dat het hier in jouw land blijkbaar zo werkt.
Maar ik snap je niet.
Ik snap niet eens waarom ik dit schrijf. Slechte marketing, geen stijl of rijm. Ik noem alleen de verzekering en betrokkene bij dit ongeluk niet. Ook weer een kwestie van opvoeding, denk ik.