Ik zie je daar staan. Wit t-shirt, spijkerbroek
Onze handen vinden elkaar. We dansen, je kijkt me aan
En dan grijpt ze me, onverwachts. Mijn adem stokt
De lucht, het licht en de muziek veranderen door haar
Ik loop naar mijn fiets, zij komt me achterna
Ik kijk om, lach onzeker. In jouw ogen lacht zij terug
Ik zie haar in jou naast me. In je armen, je handen
Ze houdt de blik tussen ons gevangen
Ze verandert me, de mensen op straat veranderen mee
Ik snap het niet, niets ervan. Verlangend laat ze me achter
Het zit mee, durf ik te denken
Jij wilt mij zien, net zo graag als ik jou
Je probeert me nog te waarschuwen. Voor jouzelf, bagage en de ex
Voor de onvoltooid verleden tijd
Ik luister wel, maar behoedzaamheid past haar niet
Zij voedt mijn hart. Waar angst en vreugde dansen met elkaar
En dan verdwijnt ze. Tussen de bomen, even vlug als ze ooit verscheen
Een windvlaag pakt het briefje waarop ze schreef waarom ze gaat
Ik hoor je nog even aan, we lopen de laatste mijl
Jij bent daar nog, maar haar ben ik kwijt. Verloren op klaarlichte dag
Verward laat ze me achter, twijfel neemt haar plaats
Heeft ze ooit bestaan? Mis jij haar ook, of ik alleen?
Ik fluister haar naam. Stiller dan de wind, stiller dan het hart:
Kom je ooit,
alsjeblieft,
nog eens,
eenmaal,
bij me terug?
dit klinkt heerlijk Inger!
Mooi, Inger…
Heel mooi!
Ha Inger,
heeft verliefdheid een naam?
Jij wel, en dat behoedzaamheid niet past waar angst en vreugde met elkaar dansen, zie ik je doen. Gelijk heb je, dat geloof ik na Pasen met nieuwe moed.
Dank Roos, Paul, Jindra en Eddy!
En Eddy: verliefdheid heeft niet één naam – gelukkig maar 😉