Tijd: van Aswoensdag 9 maart tot Paaszondag 24 april. Dat zijn 46 dagen – 6 zondagen = 40 dagen.
Weer: droog en steeds warmer. Vaak zonnig. De opening van het terrasseizoen.
Uitdaging: 40 dagen onthouden, van het één of ander. De één noemt het vasten. De ander de 40-dagen tijd.
40 dagen zonder… Bij het horen van die woorden, komt als eerste Arie Boomsma bij me boven. Ik kan er niets aan doen. Zo werkt de media. En Arie op mensen zoals ik, blijkbaar.
Maar daar ging het verhaal niet over. De traditie om 40 dagen te vasten bestond ook al voordat de EO een aantrekkelijke man combineerde met sex. Geloof ik.
Er is altijd iemand die begint met een traditie. In dit geval was dat Jezus, die 40 dagen ging vasten in de woestijn.
Niet de 40 dagen voor Pasen, overigens. Die stonden voor hem meer in het teken van de intocht in Jeruzalem, het aankondigen van zijn dood, het laatste avondmaal, het showproces en de kruisiging.
De 40 dagen vasten waren voor Jezus de start van zijn driejarige publieke optreden. En dan lijkt me de woestijn best een mooie plek om te bezinnen. Om rust te vinden.
Maar in de woestijn ontmoette hij ook de duivel. In hemzelf (niets menselijks was hem vreemd) of in een ander personage, dat weet ik niet.
Maar waar het om ging is duidelijk: de duivel stelde hem bloot aan de meest menselijke verlangens. Driften, zou Freud zeggen. Het verlangen naar voedsel, naar macht en naar de schijnbare verlossing uit deze menselijke ellende.
Jezus was na 40 dagen de duivel en zijn verlangens de baas, zo vertelt het verhaal ons. Hij had in de woestijn zijn kern, God, ervaren en alleen vanuit daar kon hij leven.
De Rooms-Katholieke traditie maakte er tijd van geheelonthouding van. Dat lijkt me niet zo’n gek idee, na carnaval. Van mijn Protestantse opvoeding is me bijgebleven dat we in die tijd geen snoepjes mochten. En dat we voor elke lamp in huis een dubbeltje in een papieren spaarpot deden. Voor arme mensen die geen lampen hadden, of apparaten met een snoer.
Maar hoe doen we dat nu? Zoals alles tegenwoordig: op het individu toegesneden. Dat is omdat geen enkele wijsheid overgedragen kan worden door de traditie of het instituut kerk, zonder dat we dat zelf hebben ervaren.
We stellen onszelf de volgende vragen, om het duidelijker te krijgen: Waar heb ik last van? Waar wil ik van los komen?
Antwoorden kunnen zijn: ongezond eten, teveel wijn drinken, verstoorde relaties, onrust, luiheid, uitvluchten.
Zaken waar we ook op andere momenten iets aan had kunnen doen. Maar dat toch niet deden.
Niet dat we verslaafd zijn, oh nee. We zijn vrij en verantwoordelijk voor onze eigen keuzes. Nergens afhankelijk van. Ook als het gaat over consumptie.
Maar deze oude traditie maakt het wel spannend. Zij stelt mij de vraag of ik wel de waarheid spreek, als ik zeg dat ik nergens verslaafd aan ben. Of ik werkelijk vrij ben in mijn keuzes.
Ook lijkt het me niet onmogelijk: het gaat om periode met een begin én einde, waarbij ik ook gemotiveerd wordt door rokjesdag en voorjaarskriebels. En om het nog gemakkelijker te maken: zes zondagen waarin alles weer mag.
Bovendien doe ik het niet alleen. Ik ken een meisje die zich 40 dagen onthoudt van sigaretten, drugs, koffie én alcohol. Een jongen die geen ongezond voedsel en tussendoortjes eet. Iemand die na 18.00 uur niet meer online is.
Wat het verder met de kerkelijke traditie te maken heeft, weet ik niet. Dat verhaal van Jezus die zich laat vastspijkeren op een kruis vind ik nogal ondoorgrondelijk. Maar toch fascineert hij me, die man die 40 dagen ging vasten in de woestijn. Wat zocht hij? Wat vond hij?
Met dat verhaal in mijn achterhoofd onthoud ik. Dit jaar van kant-en-klaar maaltijden. Voorgesneden groente. Van uitslapen op zondag. Van alleen eten. En ik ga mijn ramen lappen.
[…] ik een aantal prikkels voor 40 dagen. Zoek ik ruimte, bevrijding. Vorig jaar schreef ik al over vasten in de christelijke traditie. Een duidelijk begin, doel en einde. Dit jaar neem ik er weer mijn […]